Door: John R. Helmrich
“Sinds mijn geboorte ben ik doof, tijdens de bevalling had ik een navelstreng om mijn nek, waardoor ik te weinig zuurstof kreeg in mijn hoofd, hierdoor werden mijn oren beschadigd.

Mijn ouders ontdekten pas later dat ik doof ben. Eenmaal ontdekt, hebben mijn ouders een advies van hun dokter gevraagd en kreeg advies om mij naar een dovenschool te brengen. Mijn vader was toen overspannen geraakt omdat ik doof ben.
Voor mijn ouders was geen moeilijke keuze welke school het was: In Sint-Michielsgetsel was een katholieke school, op Effatha was een christelijke school, de rest was een openbare school. Mijn ouders kozen Effatha vanwege het geloof van mijn vader (hervormd).
Alleen hadden mijn ouders getwijfeld of ze gaan verhuizen in buurt van Voorburg en Zoetermeer, maar dat hebben ze uiteindelijk niet gedaan, ze kozen om in de buurt van de familie te blijven wonen.
Voor mij was niet haalbaar om elke dag minimaal 2 uur onderweg om van thuis naar school en terugreizen. Daarom hebben ze besloten om mij op het internaat in Voorburg te plaatsen toen ik 2 jaar oud was.
In het begin van mijn schooltijd mochten we geen gebaren gebruiken op school. Gelukkig kregen we geen klappen op onze handen als we toch handen gebruikten. Voor jaren 80 kregen we heel veel logopedie (in de klas en privé) en moesten ook vaak gehoor oefeningen doen. Dat was echt niet leuk om te ervaren, want sommige logopedisten konden niet zo goed omgaan als een leerling niet goed/of helemaal niet kon uitspreken of verstaanbaar spreken. In het verleden was er iets gebeurd op school qua lichamelijk en geestelijk mishandeling. Jammer genoeg heb ik zelf ook meegemaakt dat ze mij geestelijk mishandeld hadden. (een voorbeeld: als ik niet goed gesproken heb, dreigden ze ermee dat ze mijn tong eruit knipten)
Sinds jaren 80 begonnen de groepsleiders en docenten pas gebaren gebruiken. Dat was voor mij een verademing en bevrijdend!
Mijn ouders waren erg oraal gericht qua opvoeding en communicatie met mij. Ze kenden beiden geen gebarentaal, wilden ook niet leren, later gebruikten ze als een smoes dat ze te oud zijn om te leren.
Toen ik heel jong was, moest ik met een boodschappenlijst gaan boodschappen doen. Ze lieten mij soms expres alleen naar de winkels toe om te halen. Ze hadden vooraf afgesproken met de medewerkers van de winkels dat ze mij alleen mochten helpen als ik goed uitsprak, anders werd ik niet geholpen. Zo had ik wel vaker ervaren dat ik niet geholpen werd. Op deze manier werd ik ook geïrriteerd en ongeduldig van. Zo had ik geen leuke ervaring. Ik wil ook niet ondankbaar klinken, ik ben mijn ouders hoe dan ook wel dankbaar, ze hebben in ieder geval op hun manier best gedaan. Er is een maar… het had wel op een betere manier gekund waardoor mijn leven nog beter was geweest, qua communicatie, gebarentaal, mij op andere manier laten ontwikkelen en opvoeden.
Regelmatig ‘hoor’ ik van horende mensen dat ze vinden dat ik goed kan praten en dat ze verbaasd over zijn, of complimenten krijgen dat ik goed kan praten. Soms vind ik juist niet prettig om te horen, omdat ik tegelijkertijd wist hoe en wat ik eronder heb geleden in het verleden en wat de achtergrond verhaal verbonden is. Ik heb hier wel een enorme voordeel mee dat ik goed kan praten, maar vraag me soms nog steeds wel af: tegen welke prijs ??? Hiermee bedoelde ik ook dat ik hieronder leed dat ik altijd op horende maatschappij moest aanpassen, hoe oneerlijk het ook was. Hoe zat het met andersom, zoals gebarentaal, erbij horen in het gezin/familie, mijn identiteit. Er werd niet over gevoelens of mijn meningen gevraagd. Het werd altijd op de manier van mijn ouders en de horende maatschappij.
Over mijn identiteit was ik vrij laat pas achter gekomen wie ik nou werkelijk ben en wat ik eigenlijk wil. Ik werd in mijn hele jeugd en puberteit echt teveel beschermd door Effatha en in gezin/familie en de omgeving. Altijd had ik het gevoel dat ik anders ben dan ze zijn. Hierdoor was ik ook echt ongelukkig en voelde me nergens thuis, was heel lang een zoekende geweest. In mijn puberteit kwam ik ook erachter dat ik niet hetzelfde voelde als anderen (hetero’s). Toen ik erachter kwam dat ik homo was, wilde ik niet aan iemand vertellen, had ik lang voor mezelf gehouden, tot ik Effatha had verlaten (was ik 17 jaar oud, in jaar 1991).
Want ik wist: als ik op Effatha verteld had, zou ik heel groot kans krijgen om gepest te worden, daarom had ik besloten om voor mezelf te houden.
Toen mijn ouders hoorden dat ik homo was, was mijn moeder behoorlijk verdrietig van en mijn vader was zo kwaad. Achteraf heb ik verhalen gehoord dat mijn vader naar mijn huisarts ging en om advies te vragen hoe hij mij kon laten bekeren tot een hetero. Gelukkig (toch niet dé goede manier) heeft mijn huisarts toen gezegd tegen hem dat hij juist moest accepteren dat ik niet kon veranderen als een hetero, vooral dat ik doof ben en lastig qua communiceren is om mij te laten bekeren (hoe krom en bizar het klonk!!)
Na het verlaten van Effatha ben ik naar horende school gegaan, voelde ik me extra eenzamer, want ik zat in de horende school, toen kenden we amper tolken in die tijd. Horende klasgenoten hielden veel te weinig rekening mee met mij of mij erbij betrekken tijdens de opleiding. In die tijd had ik ook erg weinig contact met de dovenwereld.
Ik leidde heel lang een ongelukkig leven. Tot ik mijn man Frank leerde kennen ben ik pas echt gelukkig geworden, veel ruimte gekregen om te ontwikkelen tot wie ik mag worden en wie ik werkelijk ben. Eigen meningen gevormd, identiteit ontdekt wie ik ben, ik tel ook mee, wil ook gezien en gehoord en gewaardeerd worden. In het verleden maakte ik teveel zorgen wat de anderen van mij vinden. Nu boeit het mij niet meer.
Mijn man heb ik toen leren kennen via Cu2Night. In 2001 stuurde Frank een bericht naar mij, omdat hij dove homo’s zocht. Hij zocht nieuwe vrienden/lotgenoten die hem konden steunen zodat hij uit de kast wist te komen. Omdat hij altijd leuke berichten had gestuurd, maar ook openhartige verhalen, hierdoor werd mijn interesse opgewekt in hem, hield ik contact met hem.
Na paar maanden hadden we nog veel contact en veel chatten via ICQ, vroeg Frank of we een keertje in Den Bosch gaan ontmoeten nadat ik ging bowlen (dovensport in Den Bosch). Tijdens het bowlen kwam hij kijken hoe ik deed tijdens het bowlen, raakten we tijdens het bowlen toch in het gesprek met elkaar en klikten net zo goed als via chatberichten. Toen ik hem ontmoette gebruikte Frank geen gebarentaal, deed zijn handen vaak in zijn broekzak en erg oraal gericht om te praten. Hoe langer ik hem leerde kennen, heb ik hem overgehaald om meer gebarentaal te gebruiken omdat het veel makkelijker maakte qua communicatie en minder miscommunicatie ontstaan. Nu praat Frank oraal en gebarentaal (NmG) met mij terwijl ik zelf via NGT communiceren
Zo ging de bal rollen… Een half jaar later ben ik bij hem ingetrokken en ging samenwonen met hem.
Anderhalf jaar later (in jaar 2003) gingen we trouwen, in die tijd (sinds 2001) mochten homo stellen en lesbische stellen trouwen. Hierdoor werd op onze trouw locatie heel veel mensen bezocht, zelfs vrienden en familieleden. Dat was echt een onvergetelijke trouwdag geweest!
We zijn beiden echt twee verschillende personen, ondanks dat vullen we goed aan met elkaar. Hij is heel rustige en nuchter persoon, praat niet zo veel, luister graag goed en analyseren en dan praat hij of sluit hij het gesprek aan terwijl ik juist een drukke persoon ben, kom graag in contact met mensen, praat graag veel, soms praat ik iets te vlug voor ik nadenk 🙂
Wij houden ook beiden van films kijken (thuis en bioscoop), genieten samen met vrienden, qua bezoeken, spelletjes doen en uiteten, op vakantie gaan zoals strandvakantie, (verre) rondreizen maken (net terug van Japan 3 weken vakantie), citytrip gaan doen, dagje uitgaan, theater bezoeken. Op dit moment werken we beiden bij de stichting Theater met Tolk naast onze vaste banen om toegankelijke voorstellingen voor doven en slechthorenden te ontwikkelen en aanbieden.
Nu zijn we bijna 22 jaar getrouwd, werd weleens aan ons gevraagd wat onze tips zijn van onze lange huwelijksjaren. We zeggen altijd: geef voldoende aandacht voor elkaar en heb vertrouwen in elkaar, geef elkaar ook ruimte om eigen dingen te mogen doen/ontwikkelen, maar tegelijk ook veel mooie dingen samen gaan genieten en delen.