Het went (n)ooit…

Nieuws

Het went (n)ooit…

Geschreven door Olga Steen:

Het is alweer bijna drie jaar geleden dat ik plots- en eenzijdig doof werd. En ik vind van mezelf dat ik me goed aangepast heb aan de beperking. Want vergis je niet… ook als je andere oor nog helemaal prima functioneert, voel en ervaar je de beperking elke dag, de hele dag. Maar afijn, klopje op mijn eigen schouder; ik functioneer prima. Ik herken de gehoormoeheid die zich in de loop van de dag manifesteert. Omdat ik me zo moet inspannen met dat ene gezonde oor en mijn brein volgens de audioloog overuren draait, word ik gewoon eerder moe. En soms heel erg moe. Vooral als ik een dag intensief gewerkt heb en veel mensen heb gesproken. Het is oké. Ik ben meester geworden in de kunst van het glimlachen en vage antwoorden geven wanneer voorbijgangers me groeten of iets korts naar me roepen. Het gaat bijna altijd goed. En zeg ik echt een keer iets wat gewoon nergens op slaat, omdat het heel ergens anders over ging, speel ik alsnog de ‘ik heb een gehoorbeperking’-kaart. Heel handig en altijd goed voor begrip. De kids maken dankbaar gebruik van die beperking overigens. Zij zijn dan weer meester in de kunst van mama misleiden en bedriegen. “Ik heb het je echt gezegd, hoor. Maar je hoort het gewoon weer niet!” Jaja. Ik ben half doof, maar niet gek…

En dan zijn er soms toch die momenten dat het me knettergek maakt, dat halfdoof zijn, of halfhorend, hoe je het ook wil noemen. Vooral als de verkeerde kant halfdoof of -horend is. In de auto bijvoorbeeld. Ik ben net terug van een heerlijke vakantie in Italië. Met de auto een rit van zo’n 1000 km. De vakantie was een genot, uiteraard. De rit met momenten erg lastig en veeleisend. Het gaat helemaal goed als manlief rijdt. Want ik zit rechts en mijn linkeroor werkt uitstekend. Broodjes, heel veel lekkers en een gezond sapje erbij, een goed gesprek; alles paletti (zo zeggen we dat in Limburg, vertaling: alles in orde). Maar dan kruip ik achter hhet stuur. Even afwisselen. Fout, fout, fout. Mijn BCD-apparaatje zit niet op de schroef in mijn hoofd, vergeten, laat maar. Mijn man praat er vrolijk op los. Gesprekstof genoeg. Maar alles wat er van mijn kant komt is “Wat zeg je?, Huh?, Nog eens?” en uiteindelijk “Laat maar” en stilte. Omdat die geluidsgolven nu eenmaal niet zo gemakkelijk oversteken naar de andere kant van mijn hoofd, maar blijven hangen aan de kant waar het stil is. Het ergste van alles? Zien dat manlief het helemaal niet zo erg vindt, heerlijk onderuit zakt en een dutje doet. In alle stilte. Gebeurt niet vaak naast mij in de auto, stilte. Het leven is goed met een halfdove vrouw…

Steun de stichting

Geef om de Stichting Plots- en Laatdoven, geef aan de Stichting Plots- en Laatdoven!
Ga naar de inhoud